Zo In-sung

In de jaren 70 in een kustplaatsje zoeken de beste vriendinnen en duikers Chun-ja en Jin-sook met enkele anderen naar zeevruchten. De bouw van de nabijgelegen fabrieken maakt het voor hen echter moeilijk om hier nog geld mee te verdienen. In de smokkelhandel stappen is voor de crewleden dan ook meer noodzaak dan een keuze. De illegale praktijken wegen echter zwaar op het gezin van Jin-sook.

Het is 1991. Mogadishu, de hoofdstad en meest bevolkte stad van Somalië wordt verscheurd door een burgeroorlog. Het personeel en de gezinnen van de Zuid-Koreaanse ambassade, geïsoleerd en zonder enige communicatie, moeten het hoofd bieden aan een hagel van kogels en granaten. Op een nacht klopt personeel van de Noord-Koreaanse ambassade op de deur en vraagt om hulp. De mensen van beide ambassades hebben één doel, ontsnappen uit Mogadishu.

Het is 645 VC als de machtige keizer Li van de Tang Dynasty, Goguryeo, een van de oudste koninkrijken van Korea, binnenvalt. Het Tang leger behaalt de ene overwinning na de andere en komt uiteindelijk aan bij Ansi, een fort dat wordt verdedigd door heldhaftige generaal Yang. Yang is in de steek gelaten door zijn land en is met duizenden in de minderheid. Ondanks alles blijft hij moed houden en roept hij zijn mannen en vrouwen bijeen om het brute Tang leger zelf te verslaan.