Robert Wieckiewicz

Polen, 1983. Ondanks de opschorting is de staat van beleg, die door de communistische autoriteiten was afgekondigd om de oppositie van solidariteit te onderdrukken, nog steeds van kracht in het land. Op 12 mei wordt Grzegorz Przemyk, zoon van de dichteres Barbara Sadowska die tot de oppositie behoort, gearresteerd en zwaar mishandeld door een politiepatrouille. Przemyk sterft na twee dagen lijden. De enige getuige van de fatale afranseling is een van Grzegorz' collega's, Jurek Popiel, die besluit voor gerechtigheid te vechten en tegen de politie te getuigen.

Wanneer misdaadauteur Kozlow in zijn boek intieme details over een onopgeloste moordzaak de wereld instuurt, ziet de in ongenade gevallen rechercheur Tadek een ultieme kans om zijn carrière alsnog positief af te sluiten. Maar zijn doelwit blijkt een zelfverzekerd, nihilistisch provocateur te zijn, die - al dan niet schuldig - met duivels genoegen de strijd met hem aanbindt. Hun kat-en-muisspelletje ontaardt in een sinistere hellevaart waarbij ook Kozlows vriendin Kasia een dubbelzinnige rol speelt.