Florian Lukas

Berlijn, 1942. Hilde sluit zich aan bij de verzetsgroep 'Die Rote Kapelle'. Daar ontmoet ze Hans en is, ondanks het voortdurende gevaar voor haar leven, een zomer lang intens gelukkig. Als de Gestapo in de herfst leden van de groep arresteert, is de inmiddels zwangere Hilde een van hen. In de gevangenis blijkt ze een sterkere vrouw te zijn dan ze zelf ooit had kunnen bedenken en weet ze de herinnering aan haar geliefde levend te houden.

Gustave H., de conciërge van een bekend hotel, blikt terug op zijn excentrieke avonturen met Zero Moustafa, de lobbyjongen die zijn beste vriend wordt. Gustave H. vertelt over de spectaculaire diefstal & opsporing van een waardevol Renaissance schilderij, over de dodelijke strijd om een familiefortuin, over een wanhopige achtervolging op motoren, in treinen, op sledes & ski's én over een opbloeiende liefde. Dit alles tegen de achtergrond van een drastisch veranderend Europa in de jaren tussen de twee Wereldoorlogen.