Mario Martone

The King of Laughter. Aan het begin van de 20ste eeuw, in het Napels van de Belle Epoque, kenden de theaters en de bioscoop een ware bloei. De grote komische acteur Eduardo Scarpetta was de koning van de kassa's. Hij was van bescheiden komaf en maakte naam met zijn komedies en het personage van Felice Sciosciammocca. Het theater was zijn leven en rond het theater zwermde zijn hele eigenaardige familie, bestaande uit echtgenotes, partners, minnaars en wettige en onwettige kinderen, waaronder Titina, Eduardo en Peppino De Filippo.

Antonio Barracano is een robuuste jongeman met tatoeages en iemand die eer hoog in het vaandel draagt. Van de inwoners van de Rione Sanità-wijk in Napels krijgt hij aanzien en wordt hem ietwat de rol van burgemeester toebedeeld. Feit is dat hij volgens zijn eigen regels speelt en toezicht houdt op de legale en illegale praktijken in zijn buurt.

Felice Lasco keert terug naar zijn geboortestad Napels om voor zijn doodzieke moeder te zorgen. Hij is meer dan veertig jaar weggeweest; deze tijd heeft hij doorgebracht in het Midden-Oosten en Afrika. Nu hij terug in het Sanità-gebied is, herontdekt hij verscheidene plaatsen uit zijn verleden, ontdekt hij nieuwe gebruiken en regels in de stad, en dat iets uit het verleden nog steeds bij hem lijkt te knagen. Ook ontmoet hij in Napels weer een oude vriend, Oreste, die de criminaliteit in is gegaan.