Fiep Westendorp

De twee katten Pim en Pom zijn elkaars beste vrienden en wonen samen bij hun baasje 'de Vrouw'. Als de nichtjes Treesje en Sjaantje op bezoek komen, nemen ze de poezen mee naar het park voor een picknick. Ze willen de katten dolgraag zelf houden en bedenken daarvoor stiekem een plan. Als Pim en Pom weten te ontsnappen aan de nichtjes, verdwalen ze en moeten samen op straat overleven. Daar ontmoeten ze een straatkattenbende die hun vriendschap op de proef stelt. Gaat het Pim en Pom lukken om samen te blijven en hun baasje terug te vinden?

Op een mooie dag komt een klein rood kraanwagentje onder de poort van de Petteflet doorrijden met aan het stuur een jongetje van een jaar of acht. Het is Pluk en hij is op zoek naar een huisje om in te wonen. Als hij zijn tentje wil opzetten in de Torteltuin ontmoet hij Dollie de Duif die hem attendeert op het leegstaande torenkamertje boven op de Petteflet. De kamer staat toch leeg. In de Petteflet maakt Pluk allerlei nieuwe vrienden. Wanneer hij op een dag ontdekt dat de Torteltuin vernietigd dreigt te worden, zet Pluk alles op alles om dit te voorkomen.