Ton Kas

Het is zomer 2010 en Nederland blijft maar scoren tijdens het WK voetbal in Zuid-Afrika. De Oranjefans dromen met elke gewonnen wedstrijd van een plek in de finale, terwijl zij die niks met voetbal hebben de verlaten straten voor zichzelf hebben. In deze licht verhitte gemoedstoestand worden mensen naar elkaar toe of juist verder van elkaar af gedreven, om na vier weken - als het carnaval van het WK voorbij is - nooit meer dezelfde te zijn.

Bennie komt na vijf jaar uit de gevangenis en hoort dat zijn pleegvader, Mast, op sterven ligt door leverfalen. Mast heeft nog een laatste wens: hij wil zijn biologische zoon, Koen, ontmoeten. Bennie gaat op pad om Koen bij zijn vader te brengen. Vervolgens gaan Bennie en Koen tot het uiterste om aan geld te komen voor een nieuwe lever voor Mats. Het loopt allemaal totaal anders dan ze hadden gepland.